donderdag 31 december 2009

~

De vissers horen
het vreugdelied
van vrije vogels,

vangen in hun netten
mist van vroeger
die de ochtend kust,

thuis wachten er
geliefden op een glimlach
van de zee in rust.










독도

dinsdag 29 december 2009

~

Maria kijkt omlaag,
haar hoofddoek golft,
op het zacht gelaat is
stil verlies te lezen.

Van ver uit Nelahozeves,
klinkt een lied aan de maan
over sterven in Praag
op de eerste mei.

Zacht strijkt muziek,
Shostakovich' cheryomushki,
het blij dansend paar is
een lust voor het oog.

Wit rust de sneeuw,
kaatst licht uit het verleden,
voorziet dat elk in een wirwar
van gedachten levend blijft.



Cristina Branco ~ a Minha Casa

zondag 27 december 2009

~

De schouderbandjes hangen op haar bovenarmen,
haar mond beweegt, de huismuziek staat veel te hard,
een blinde man zwaait dronken met zijn creditcard,
op een toilet rollen er bolletjes uit kronkeldarmen.

’Ik spaar pasjes’, roept een illegale kweker,
rukt de laveloze de betaalkaart uit zijn hand,
vertrekt op rollerskates naar Zwitserland,
de blinde man wordt rood, de kweker bleker.

’Doe mij nog maar een voorgedraaide blonde’,
de woorden stuiteren als ballen op de toog
buiten gesticuleert een jonge theoloog, hij
regelt het geslachtsverkeer op de rotonde.

Ze legt de bandjes terug op beide schouders,
staart naar de spiegel met de witte lijn,
hapt rondjes uit het blauwe rookgordijn,
vanavond gaat ze eten bij haar ouders.



vrijdag 25 december 2009

~

Beelden bleven bij
van landen in een land,
waar onbekende ouders
zinnen zetten op een huid.

Een vreemde aan de kust,
waar geur het kind
dat achterbleef hervond
in nevels van niet~zijn.

Had men geweten van de komst,
dan was het huis nog niet gesloopt;
verlaten graven drijven
bloed tot tranenvloed.

Hoor Ramses zingt
en vecht en bidt
voor een elk die dacht,
dat-ie alleen was.

Lippen van de wind
kussen de eerste dag
als nieuwgeboren kind
met 마음의 여유 *

* vredige gedachten
Delft, 1 januari 2007



IM Ramses Shaffy

woensdag 23 december 2009

~

Haar schaduw werd gekust

Had ik toch de steen der wijzen,
opdat ik het rechte pad naar
schoon hier voor me zag.

Had ik toch een vrolijk hart,
waardoor ik zingen kon
met nachtegalen.

Florence lacht in het licht
van Duomo en campanile,
ze zegt: je hoeft geen non te zijn.



zondag 20 december 2009

~

Wat kan een mens meer
dan het pad te gaan,
dat zich openbaart,

wat kan een vrouw
als geur haar ontvoert
naar overgave,

dan steunt zij hem
in begeerteloos zijn
in het stille midden.

2 januari 2007











Massenet Meditation ~ Yo-Yo Ma

vrijdag 18 december 2009

~

Camille Claudel
* 8 december 1864 à Fère-en-Tardenois
† 19 oktober 1943 à Montdevergues

I took all my wax studies
and threw them in the fire,
that is the way it is
when something
unpleasant happens to me.
I take my hammer
and I squash a figure.

~*~

maandag 14 december 2009

~

Hij staarde naar het spijsbrood.
Waar was ze nou?
Het was toch haar hand
die net had aangereikt?

Het was toch haar mond,
die hij zo kort daarvoor
nog had geprezen
om de schone vorm?

Door moeheid overmand,
de oogleden te zwaar,
zaten zij hem zelfs in
eigen hoofd nog achterna.

In de coupé hadden
zijn geur en rook
de reizigers verjaagd,
maar zij bleef onverstoord,

sprak zacht over
een eigen plek,
en over recht op zorg,
in ogen schonk ze troost.

En dat wat restte
van zijn tanden plantte
zich in het zoete brood,
houvast dat zij er was geweest.

Hij wist al wat er komen zou
toen achter hem
'uw plaatsbewijzen
alstublieft' weerklonk.











zaterdag 12 december 2009

~

Ezeltje strek je,
Ezeltje dek je voor
dierenbeul en dwaas,

Ezeltje trek je
je ezeltjesnekje uit
prikkeldraad van baas?

Weet dan o Equus
het leed is geleden
mensen worden wijs,

hoor met je oor
Jeroesjalajim
het ezelparadijs



dinsdag 8 december 2009

~

De Tucajana~tori, fruteri mi,
West- en Oost-Indisch doof,
mi ben e frede m’ma,
mi ben e prati tata,
langa mi yu anu.

Is Bouterse de bastaard,
of veroordelen wij de basra
via hem in onszelf?
Zelfde vader, zelfde moeder, lala. Ja?
Mensen nemen geheimen mee het graf in.

Zelfde moeder, vader afwezig
halfzus, halfbroer,
zoveel lief en zoveel leed,
zelfde vader, moeder afwezig,
afu sisa, afu brada, ware liefde, ware haat.

Ouderloos, een geestelijke doodstraf,
zo wreed én mi ben so pikin,
een kakkerlakje in de cocaïne,
een hommeltje in een bloem,
een bloedlijn op het strand.

Maar straffeloos
lijkt grenzeloos gevaarlijk,
of straft het kwaad zichzelf?
Tata, m’ma, zonen, dochters,
sisa, brada, furu,
pleeg, half en stief,

wèt fu lespeki voor
bloed- en liefdesband,
rook zal verdwijnen,
als de vredespijp is rondgegaan.
Masra Gran Gado, mi skrien e bron mi,
laten we elkaar de handen reiken.

De Tucajana~tori, fruteri mi.

zondag 6 december 2009

~

‘Op je hoede’, maan ik mijzelf
en wacht me voor de hond,
die me twee keer heeft besprongen.

Zo eentje, die niet loslaat
wat hij beet heeft, als hij tanden
in vijandig vlees heeft vastgeklemd.

‘Op je hoede”, zegt mijn stem
en ik spits mijn beide oren voor
zijn angstaanjagend grommen.

Dan de deur, het slot, de haven,
mijn huis en haard, mijn welkom thuis,
zo ben ik dan de dans opnieuw ontsprongen.



vrijdag 4 december 2009

~

The broken heart of Africa

Looking at this documentary
I start to understand deeper
why we never learned at school
the sick truth about our past.

European pointing at islamic law,
- always accusing others of abuse -
made statues for a hand cutting king,
keep them on their socles until now.

On the site of the Belgian monarchy
there is a story about same Leopold,
at whose instigation in 1890 the start
of the anti-slavery campaign began.

There is Truth and European truth
and in particular the royal truth,
there is this past and its denial,
for you a choice to look and know.

maandag 30 november 2009

zaterdag 28 november 2009

~

Charles Baudelaire
* 9 avril 1821 à Paris
† 31 août 1867 à Paris

Uit: Les fleurs du mal

A une dame créole

Au pays parfumé que le soleil caresse,
J'ai connu, sous un dais d'arbres tout empourprés
Et de palmiers d'où pleut sur les yeux la paresse,
Une dame créole aux charmes ignorés.

Son teint est pâle et chaud ; la brune enchanteresse
A dans le cou des airs noblement maniérés ;
Grande et svelte en marchant comme une chasseresse,
Son sourire est tranquille et ses yeux assurés.

Si vous alliez, Madame, au vrai pays de gloire,
Sur les bords de la Seine ou de la verte Loire,
Belle digne d'orner les antiques manoirs,

Vous feriez, à l'abri des ombreuses retraites,
Germer mille sonnets dans le coeur des poètes,
Que vos grands yeux rendraient plus soumis que vos noirs.

~*~

Voor een Creoolse dame

In een welriekend land, steeds door de zon verwend,
sprak ik onder een purper baldakijn van bomen,
palmbomen die op ons hun loomheid lieten stromen,
met een creoolse, van een schoonheid ongekend.

Haar teint is bleek en warm, haar donker haar bekorend,
er is iets in haar hals van een voorname zwier,
haar glimlach is verstild, haar oogopslag is fier;
ze lijkt, rijzig en slank, als voor de jacht geboren.

Mocht u, mevrouw, naar het land van ware glorie reizen,
't zij naar de groene Loire of de Seineboorden,
elk oud kasteel zou zich met u gelukkig prijzen.

Dan deed u, in uw lommerrijke toevluchtsoorden,
sonnetten rijpen in wel duizend dichterharten,
dienstbaarder aan uw grote ogen dan uw zwarten.

~*~

Vertaald door Peter Verstegen

donderdag 26 november 2009

~

Wind vertel me,
vertel me,
ik heb me opgedeeld
in talloze ikjes, van
liever ik tot slechterik
en zovelen daartussen.

Wind jij brengt
niet altijd vrede,
van orkaan tot lentebriesje,
van wervelwind tot vluchtig
kusje verspreid je geur
van dier, bloem, boom en meer.

O wind, vertel mijn lief
dat de nachten koud zijn,
dat mijn nachtmerries
dagdromen zijn geworden,
vertel mijn lief,
dat ik hem thuis verwacht.

Ik wil zijn moede leden strelen,
warmen met gemberkompressen,
met mijn lijf, zachtjes
bijten in zijn kuiten,
zijn voetzolen kneden,
bruid zijn in zijn dromen,
waaruit hij blij ontwaken zal.

O wind, draag aan
en geef mij vrije adem, opdat
ik zonder dat ook zingen zal,
opdat ik niet verbitterd blijf
verbijten, nu blijkt dat hij
die rust in andere armen wenst.



Cristina Branco ~ Sete Pedaços de Vento

dinsdag 24 november 2009

~

Aan de bal van mijn voet
voel ik op mijn klompen
er klopt niets van voetbal.

De peperdure grasmat
is een voedingsbodem voor
de dronkenmans hel erna.

Buisgekluisterd voetveegvolk.
Publieke omroep investeert
in zwakke mannenprostitutie.

Nimmer zag ik brancardiers
met een zelfde snelheid
rennen voor bejaarden.

Met de zon op mijn bol
bal ik bei mijn vuisten
en bid voor lege tribunes.



zondag 22 november 2009

~

Liefste ik pluk voor jou
zoete vruchten uit de hoogste bomen,
schrijf onze namen op een bergtop
in de maagdelijke sneeuw.

Ik draag je fluister in mijn hart
in zonverlichte lentedromen en leg
mijn allerzachtste kussen voor je op
de vleugels van een kleine mantelmeeuw.



donderdag 19 november 2009

~

Zwanenzang en
dons kleeft in het web
van de zwarte weduwe in mij.

Verdwaald in eigen listige draden,
die plots niet meer bewandelbaar zijn,
lost ze op en verandert in een witte slang,

die - als je haar vangt -
vervloeit tot een plasje melk.

Drink mij, drink mij,
jij, dorstige jij.



dinsdag 17 november 2009

~

Dromend liep ik langs de stranden,
't was koud, maar mijn vreugde was groot,
ik voelde tussen mij en de natuur weer banden,
toen viel mijn oog op een vogel, hij was dood.

Ik bukte me om zijn zachte vederen
te strelen, maar trok mijn hand terug,
een olielaag bedekte zijn lederen,
zijn veertjes waren vuil en voelden stug.

Hier vond het zijn graf en de zee zong een lied,
ik heb het voorzichtig opgenomen,
de olie deerde mijn handen niet,
ik zocht een plekje... een beter onderkomen.

Ik heb het in de duinen begraven
en van wat schelpen een kruisje gemaakt,
toen ben ik over het strand gaan draven,
ik was door het dode in de war geraakt.

目 1968

vrijdag 13 november 2009

~

En als er iets is
dat me troost brengt,
dan is het mijn pen,
die zigzagt over
strakgetrokken lijnen
hier op wit papier.

Heb ik je pijn gedaan,
deed jij mij pijn
met hellendicht
en open mond
toen ik het woord
verkeerd verstond?

Het woord toont
beeld van licht,
zwart gat en zon,
al naar gelang
de atmosfeer,
als een kameleon.



Orbital - Halcyon On and On

donderdag 12 november 2009

~

María Mercedes Carranza
* 1945 in Bogotá, Colombia

† 11 juli 2003 in Bogotá

Uit de bundel: Hola, soledad


Canción de domingo

Es inútil escoger otro camino,
decidir entre esta palabra herida y el bostezo,
atravesar la puerta tras la cual te vas a perder
o seguir de largo como cualquier olvido.
Es inútil rociar raíces
que sean quimeras, árboles o cicatrices,
cambiar de papel y de escenario,
ser arco, cuerda, puta o sombra,
nombrar y no nombrar, decidirse por las estrellas.
Es inútil llevar prisa y adivinar
porque no hay tiempo para ver
o demorarse la vida entera
en conocer tu rostro en el espejo.
Los lirios, el cemento, esos ojos zarcos,
las nubes que pasan, el olor de un cuerpo,
la silla que recibe la luz oblicua de la tarde,
todo el aire que bebes, toda risa o domingo,
todo te lleva indiferente y fatal hacia tu muerte.

~*~

Sunday song

It is useless to choose another way,
to decide between this wounded word and a yawn,
to go through the door after which you will get lost
or to go along like something that’s been forgotten.
It is useless to water roots
that are chimeras, trees or scars,
to change roles and of scenery,
to be a bow, a string, a bitch or a shadow,
to name and not to name, to decide by the stars.
It is useless to be in hurry and to guess,
because there is no time to see
or to linger the whole life long
in order to get to know your face in the mirror.
Lilies, cement, those light blue eyes,
the clouds that wander by, the smell of a body,
the chair that receives the slanted afternoon light,
all the air that you drink, all laughter, any Sunday,
everything takes you, indifferent and fatal, to your death.

vertaald door Nicolás Suescún

~*~

Gloomy Sunday ~ Rezso Seress

maandag 9 november 2009

~

Het was in het holst
van een slapeloze nacht
dat je me zocht en zei:
neem deze woorden
die ik voor je vond
in het gulden vlies.

Het gouden stof
doet niet ter zake,
het is hun betekenis
die je zal dragen
als je denkt aan het eind
van je krachten te zijn.

Het was een fluisteren
alleen voor mijn oren
en je liet me beloven
ze te bewaren
in het wakkere hart
van mijn doofstomme kind.

Ik had mijn ogen niet geopend
om niets te missen
van de trilling
in je stem en in de stilte
bleek je verdwenen,
er was alleen dat vreemde licht.

Zo dwaas mijn zoekende hand
boven de lakens,
zo vol was mijn kamer
nog niet geweest en
aan Orpheus' voeten sliep ik
een gat in de heilige dag.










David Sylvian - Orpheus

zaterdag 7 november 2009

~

Ik lees een libretto
en zet de kranen open in
de kraamkamer van dit gedicht.

Ik vind de kracht
in de trillende mondhoekjes
van mijn pasgeborenen.

Het is de vertedering
die me schreeuwen doet:
‘Wapens neer, nu!’

Het is de verwondering
van slofje tot slof,
die me denken doet:

‘Ik ben het, die dit schrijft.’



maandag 2 november 2009

~

Lief lieveke
wilt gij beminnen?
Ik zal u geven een zin:
zin is alleen zin
als er zin in zit.

Ach, schrijverke
wilt gij bezinnen?
Neem plus en nul en min,
min is alleen min
als er min in zit.

Kom lezerke
laten we dansen,
ik zal u geven mijn hart,
buut vrij en herbegin
lief lieveke.










Roma ~ plafondschildering in
Basilica di Santa Prassede

zaterdag 31 oktober 2009

~

Lieberman onthaald
als gast in haagse kringen,
dwaling van een dwaas.

donderdag 29 oktober 2009

~

Oude ogen in de spiegel
beamen dat je bent gegaan,

zo blijft je wang nat
tussen mijn borsten,

teken ik achtjes
in je haar,

noem je
naam.



dinsdag 27 oktober 2009

~

Ex nihilo nihil fit

Het hamert in mijn hart:
‘We gaan toch niet…?’
Een mokerslag,
vervlogen droom.

Wat blijft, is pijn
en zij die zeggen:
‘Laat het zijn’,
gaan huns weegs.

Ik leef het leed alleen,
mijn kind hapt adem,
fluistert angstig:
Is dit levenslang?

Geen strobreed.
Nog smaller is de lijn,
die geen lijn wil zijn
van jouw naar mijn leven,

van jouw dood naar de mijne,
ik dep de wonden op je rug,
je blies de kooltjes aan
en vlucht voor het vuur,

ik lik tranen van mijn wangen
in diepe, diepe eenzaamheid,
dacht jou te vinden, vind mezelf
zonder laatste strohalm voor houvast.

Bid ik mijn…
nee, niet mijn,
bid ik de kracht van liefde:
'Neem me mee en laat me stilte zijn.'











Delerium ~ Silence

zondag 25 oktober 2009

~
Luís Vaz de Camões

* c. 1525 in Lisboa, Coimbra of Alenquer
† 10 juni 1580 in Lisboa


Uit: Camões ~ Obras Completas


Oh! como se me alonga, de ano em ano,
a peregrinação cansada minha!
Como se encurta, e como ao fim caminha
este meu breve e vão discurso humano!

Vai-se gastando a idade e cresce o dano;
perde-se-me um remédio, que inda tinha;
se por experiência se adivinha,
qualquer grande esperança é grande engano.

Corro após este bem que não se alcança;
no meio do caminho me falece,
mil vezes caio, e perco a confiança.

Quando ele foge, eu tardo; e, na tardança,
se os olhos ergo a ver se inda parece,
da vista se me perde e da esperança.

~*~

Oh how long, year after year,
my weary journey has kept on going!
How short a space until my brief
and useless human rambling ends!

Time wastes away and my ruin increases;
a remedy I used to have is gone.
If we can judge from past experience,
every large hope is a grand illusion.

I chase some good that can’t be had:
when halfway there, I’ve lost the trail;
falling a thousand times, I despair.

It flees, I lag; and if, in my lagging,
I look up to see if it’s still there,
it’s lost from sight and lost from hope.

Translation: Richard Zenith 2006

~*~

O! Hoe lang duurt nu al van jaar tot jaar
Deze zo moede pelgrimage mijn!
Hoe kort nog en hoe eindig is dit zijn
Dat even zinloos voor mij is als zwaar!

Hoe minder tijd, hoe meer leed ik ervaar;
Verloren is mijn laatste medicijn;
Het leven leerde mij slechts één refrein:
Elke schone belofte is onwaar.

Er is dit goed waar ik vergeefs op hoop,
Dat midden op mijn weg vervlogen schijnt;
Ik struikel, val, en ik verlies de moed.

Wanneer het vlucht en het mij talmen doet
en ik dan opzie of het nog verschijnt,
Verdwijnt het uit mijn oog, en uit mijn hoop.

Vertaling: August Willemsen

~*~

woensdag 21 oktober 2009

~

Ik staar aan de oever
in woelig water
en het wordt later,
de dag wordt schemer,
de avond nacht
en ik, ik wacht.

Ik wacht en word
het wachten moe,
want wat ik doe
en wat ik laat,
het leven gaat als
stroom aan me voorbij.

Aan verre einder dans je
door geheime poort,
je breekt mijn woord,
de nacht wordt gloren,
de ochtend dag
en ik, ik snak en zeg

na wikkend wegen:
'Ik ken je niet’
en het wordt later,
bij troebel water
vind ik een kluitje
in het riet.












Cohen ~ Waiting for the miracle

zondag 18 oktober 2009

~

Op de voorplecht
staat een doodskist vol
gestouwd met oude pijn,

en ik, ik ben kapitein,
stuurvrouw, machinist
en meisje loos in één,

in heiligennacht
om nul uur nul duw
ik met volle kracht

schreeuwend leed
in één twee drie in
godsnaam overboord,

Betelgueze barst,
stoot lichtjaarstof
in nachtdiernevel,

de zee zingt, neuriet
mee in een adieu aan
een verdronken droom.



vrijdag 16 oktober 2009

~

Ik neem de grote trap,
je haalt me in,
boven wacht je
met je armen wijd
en vangt me op.

Je brengt me beelden
hoe ik als kind
een aanloop nam
als pappa lachend riep:
'Wie komt er in mijn huisje?'

Je smoort mijn hijgen
met de warmste kus,
mijn borsten dansen,
in je ogen lees ik
wat mijn hart verlangt.



dinsdag 13 oktober 2009

~

O Madinat as Salam,
werd een geschonken hof ooit
grover vernield, zieker geslacht?

Ja, Hiroshima, Nagasaki-shi
spiegelen de nadagen die bleven,
bol van dolgedraaide kernbom idiotie.

Abu Gaddafi sloot zijn deal met Blair,
machines draaien, de wereld warmt op
en dwazen zoeken veiligheid in een schild.

Darfur hoort oude acacia's kreunen,
de wortels zuigen het bloed dat vloeit, o
eeuwig oog om oog, de tand des tijds is ziek.

Wakame wier wuift in de Duivelszee,
waar weggemoffeld wapentuig wel weet van
de vergeten oorlog en het versluierd leed.

Moeders geuren in mijn stille kamer,
dan bazuingeschal en wind die fluistert:
'Morgen famke, morgen zal het beter gaan.'

Delft, 31 mei 2007


Natasha Bedingfield ~ Wild horses

zondag 11 oktober 2009

~

Draiwinti

Halve rode maantjes straalden links en rechts,
daar waar jij je tanden zette in mijn hals,
afscheid lag al op de loer, het hielp niet meer dat je
mijn ‘je’ in ‘het ga je goed’, verbeterde in ‘ons’.

Het ga ons goed mijn lief,
nu ik je vast wil houden en los moet laten,
Oost-Indisch doof voor West-Indisch wild.
Waar blijft de vlam als de wind huilt?

Wie redt het vuur als de storm raast?
Kippenvel zet donzen stekels op bij kou
bij angst én bij genot; hoop vrijt met pijn
nu jij je trouw aan mij ontzegt.

Mijn zolen zoeken aarde, om woede
weg te laten vloeien naar het vurig hart
van Mamma Gron, o urulibi, yayolobi,
mi ati e bron, komediman.

Nu jouw ogen de mijne weer vinden,
blijkt het vuur gedoofd,
mijn vleugels hebben vlam gevat,
aan het vlinderend vluchten voorbij.

Draiwinti ~ windvlaag die stof doet opwervelen
Mamma Gron ~ Moeder Aarde
Urulibi ~ promiscue leven
Yayolobi ~ trouweloze liefde
Mi ati e bron ~ mijn hart brandt
Komediman ~ toneelspeler




donderdag 8 oktober 2009

~

De weg naar huis ligt vol obstakels,
gesprongen snaren in het hof,
hier huilt de kale kronkelwilg
om de verdrongen dwaze jaren.

Nimfen van de schuimcicaden
verschrompelen het blad dat snikt,
het mist de hand die ooit zo
trouw het oude hout verbrak.

Zacht licht van witte onschuld
vindt stil houvast in kraters van
gevallen sterren op het pad;

dan roept een stem vanuit het niets:
je zoekt je huis in steen en hout,
kom woon in mij, ik heb je lief.



dinsdag 6 oktober 2009

~

Elisabeth Françoise Eybers

* 16 februari 1915 in Klerksdorp, Transvaal
† 01 december 2007 in Amsterdam

Altyd ñ besem iewers teen ñ muur,
maaltye nooit op die gepaste uur.

Agendalose dae waardeur sy leeg,
hardnekkig en skaars doelbewus beweeg.

Strykgoed wat moedeloos oor ñ stoelrug hang,
gebare sonder afloop en aanvang.

Ou briewe onbeantwoord, deurmekaar,
papiere en pille in één laai opgegaar.

Dankbaar om haar in jou groot hart te strek
en tog verknog aan haar klein skulpomtrek.

O ordenende teëvoeter, wees
gewaarsku, stuur haar liewer na haar lees.

~*~

Always a broom leaned against a wall,
meals never on time, if they come at all.

Days without dates through which she moves
empty and stubborn, slightly confused.

Ironing hung dejectedly over a chair,
gestures that come from who-knows-where.

Old letters unanswered, piled together,
papers and pills stuffed deep in a drawer.

Thankful to be part of your heart’s great whole
yet devoted to the limits of her own small skull.

O orderly biped, take heed,
leave her alone—let her read.

Translated from the Afrikaans by: Jacquelyn Pope

~*~

Elisabeth Eybers in gesprek met Sandra Prinsloo

vrijdag 2 oktober 2009

~

Al reikt liefde voorbij de dood,
het maakt gemis niet minder kil.

Nu mijn lichaam vrijt met lucht,
jouw heupafdruk in het matras
slechts leegte spiegelt,
zijn de nachten stil.

Nu geuren gestaag vervliegen,
beelden bakens worden
zonder werkelijk houvast,
kruipt mijn eenzaam bloed.

Tijd kust nabestaanden
en fluistert in een huilend oor:
verzachting komt, houd moed.












Rodin ~ La Tempête 1886

woensdag 30 september 2009

maandag 28 september 2009

~

As ik freegje mei

Dyn wyske waait mei twirrewyn
by beltsjeblom en Piipkrûd del
en in swarte lyster sjongt mei.

Yn myn tinzen sjoch ik
dyn fingers oer de taatsen gean,
bliid twinkelje dyn eagen.

In wâldûle lânet in tûken
fan myn âlde libbensbeam en
resitearet dyn leafdesdicht.

Yn it wiid en wite wolketek
fervet ien trochsichtige hân
omkanten fan de hillige faam.

Meitsje ik moaie dreambylden,
wol myn wrâld bedragen wêze,
of sykje ik dyn wolkom thûs?

Leauwe en witte leafste is twa.

~*~

Als ik vragen mag

Je wijsje waait met dwarrelwind
langs fluitekruid en harteplant,
zacht zingt een merel mee.

In mijn gedachten zie ik
je vingers over toetsen gaan,
blij twinkelen je ogen.

Een bosuil landt in takken
van mijn oude levensboom
en reciteert je liefste lied.

In het wit en wijde wolkendek
schildert een doorzichtige hand
contouren van de heilige maagd.

Maak ik mooie droombeelden,
wil mijn wereld bedrogen worden
of adem ik jouw welkom thuis?

Geloven en weten liefste zijn twee.

Delft, 21 mei 2007

zaterdag 26 september 2009

~

Langs het pad van duizend treeën
staat een merrie met haar kind,
suf gedoold en ontevreeën,
vecht en vrij ik met de wind.

Ik staar in bruine paardenogen
vragend naar de zin van al,
strompelend van onvermogen,
slik ik woest mijn eigen gal.

Ik weet wel waar mijn merrie mank gaat,
want ook in mij leeft een narcist,
de bittere ik die aan mijn roer staat,
verkracht mijn hart dat liefde mist.

Ik spuw mijn gal, zal tranen laten,
verlangend naar jouw warme mond,
ik wil zachtjes bij een kaarsvlam praten,
vrijen met je, hier op de grond.

De merrie kijkt en schudt haar manen,
het kind schurkt zachtjes aan haar zij,
wat weet het van mijn grootheidswanen,
wat ziet het nu het kijkt naar mij?

Lief paardje jong mag ik met je ruilen?
Je zachte vacht je speelse tred,
als paarden hoorbaar kunnen huilen,
ween dan met mij nu een duet.

Mijn lief ging heen komt me niet zoeken,
verlangen schrijnt me als een wond,
o merrielief je hoort me vloeken,
stampvoetend strijd ik aan mijn front.

Met vochtige lippen langs mijn handen
zoek je schichtig naar tastbaar voer,
in jullie vlees staan mensentanden,
'Elk zijn meug', zo spreekt de boer.

Vlees is als gras, vergaat als bloemen,
Vlees is zo zwak, doch zalig zacht,
ik kan mij niet op trouw beroemen,
maar zeg mijn man dat ik op hem wacht.

Langs het pad van duizend treeën,
groet ik een merrie met haar kind,
recht wil ik gaan door wereldzeeën,
op weg naar hem die me bemint.



donderdag 24 september 2009

~

Goed dan,
dan loop ik naar de maan,
wentel me in het regolith
en wandel van Sinus Roris
lichtvoetig naar Mare Frigoris.

Zwevend langs de ringgebergten
aanschouw ik verkleumd een marekam,
verwarm me in de Zee der Dampen,
wil stampen, maar
mijn lijf is lam.

Hier waait geen wind
in weerloos libreren, geen dier,
geen vocht, geen gas, geen vuur,
ik kniel ter maan bij Rupes Recta
en uit mijn klacht bij deze muur.

~*~

Okay,
then I will walk to the moon,
turn myself in the regolith
and walk from Sinus Roris
light footed to Mare Frigoris.

Floating along the ring craters
I behold benumbed a mare crest,
warm myself in the Sea of Steam,
will stamp, but
my body is paralysed.

Here no wind is blowing
in helpless tottering I fall,
no animal, no fluid, no gas, no fire,
I kneel to moon at Rupes Recta,
express my lament at this wall.


met dank voor vertaling aan Cor en Mieke van Schaik

Ludwig Van Beethoven ~ Moonlight Sonata

dinsdag 22 september 2009

~

Ervaar als uit een vorig leven
souvenir van opgetild gevoel,
hoera van ik mag meedoen,
de jubel van ik hoor er bij.

Nog één keer kijk ik om
naar traliewerk in cellen,
tussen mazen hangen veren
van krijgsdans en geweld.

De kring wordt wijde wereld,
ik vraag je om te blijven,
zachtmoedig wenk je naar
naast jou waar liefde telt.

Delft, 22 april 2007









Supertramp - Even In The Quietest Moments

zondag 20 september 2009

~

Herman Gorter

* 26 november 1864 te Wormerveer
† 15 september 1927 te Bruxelles

Uit: Verzen; Querido, Amsterdam


Het licht is nog niet geworden

Het licht is nog niet geworden,
de hemel is bleek en vroeg,
de maan en sterren verdorden,
er is nog geen zon genoeg.

Maar van af de wolken gaat
een warmte, en doet blozen
van uit het hart, wie eenzaam staat
en voelt, zooals de roze,

dat ook voor hem dit schijnsel schijnt -
en de morgenzinnen
zweren: zoolang 't leven schijnt,
't hoogste te beginnen.

~*~

vrijdag 18 september 2009

~

O mijn lief, mijn liefste lief,
mijn tevens bron van ongerief,
mijn warm, mijn hart, mijn mooi, mijn zacht,
mijn man van glans en gloed en pracht.

Je bent niet hier, je bent bij jou
en zo ondraaglijk is de kou,
die doordringt tot in iedere cel,
mijn kracht en hopen staan op het spel.

Je bent hier niet en pijn vangt aan,
bij angst toch weer alleen te gaan,
bij wanhoop dat je nimmer komt,
tot ooit jouw stem in mij verstomt.

Het is mijn hart, dat roept in mij
'Gooi af die last en adem vrij,
vang aan het werk, geef lucht de pijn,
opdat jouw lief bij jou wil zijn.'



woensdag 16 september 2009

maandag 14 september 2009

~

In het levenslang zoeken
naar de stem van het hart
in weefsel waar woorden
stil worden geboren,

ervaren we baring
langs bloedrijke lippen,
die drinken en happen
naar leven en lucht,

die fluisteren en tasten
en gode zij dank
ook kunnen kussen
meeslepend en zacht.












Kokia ~ Remember the kiss

woensdag 9 september 2009

~

Jij bent het Aard-Jan Quaak
- Amazingquaak - die vandaag,
precies een jaar geleden stierf;
je gekozen reis naar generzij..

Weg je woorden, weg je beelden,
weg de herinnering aan wat was.

De negende maand van achtenzestig
zag je het licht, hapte je adem,
groeide je op als levend gedicht:



Aard-Jan Quaak

* 15 september 1968
† 09 september 2008

Het Kijken

Ik sta te leren langs de weg.
De kalme tred van koppel X
verlangend naar het einde.
Het rennen van de duivel.

Mooie lange passen maakt
de man die snot verliest.
Ik mompel "hup" en lach
om zijn bestemming.

Een auto neemt een meisje
mee. Angst zeurt door de
ramen. Vrijheid is toch
ook maar terugverlangen.

Ver verheven boven dit
komt uit het niets de rust.
Ik groet en buig en blijf
genageld aan het nergens.

Bron: Hart op de tong 14 mei 2007


~*~

maandag 7 september 2009

~

Je fluistert ga maar leven
in mijn oor en zingt een lied,

er klinkt een echo uit de bodem
van het wankele bestaan,

ginds wordt prikkeldraad verwijderd
en lacht de zon naar vrije maan.










Mitsuko Uchida conducts and plays

zondag 30 augustus 2009

~

Märta Tikkanen-Cavonius
* 3 april 1935 in Helsinki

Jij moet wel sterk zijn
zeggen de mensen
soms
tegen mij

en ik denk
aan alles wat gebeurd is,
misschien
ben ik sterk.

Ja het zal wel zo zijn,
dan ben ik wel sterk.

Sterke mensen buigen niet,
ze worden gebroken,

Ze breken

~*~

Melanie Safka ~ What have they done to my song

zaterdag 29 augustus 2009

~

Sentiment de la langue

Slechts de paus was
roomser dan hertog de broglie
keizershielen likkende bisschop
te gent anno achttienhonderdzeven.

En de koning las
zijn jugement doctrinal
het te deum klonk
in sint goedele nog even.

De eis van de eed
van trouw aan de koning,
bracht weigerachtige magistraten
werkeloos op straat.

Taalstrijd sneed
het frans uit de boeken
noemde brussel procesziek,
gaf den haag den hoogen raad.

Delft, 30 juni 2003


donderdag 27 augustus 2009

~

Een glimlach rimpelt over het meer,
weet zich verbonden met stille wateren,
aan oevers waar de kinderen schateren
speelt lucht met licht in tedere sfeer.

Een zwaluw scheert langs witte wolk,
vuur wekt de fluisterende wind,
die liefde in de harten vindt
en troost schenkt aan verdreven volk.

Oprecht en zacht leef je in mij,
ik hoor je roep, herken de kleur,
betoverd door de wondere geur,
duizend mijl ver en zo dichtbij.



I Thing ~ Twéi

woensdag 26 augustus 2009

~

Kijk zie je,
daar ligt het,
mijn verstand,
ik heb het verloren.

Ik weet het niet meer,
verdringen is een kunst,
die niet de kunst verstaat
van het bewuste aanvaarden.

We lichten het schedeldak
en we schouwen naar binnen,
ach kijk daar ligt mijn bijtring
naast mijn eerste houten rammelaar.

Och arm dat gebroken tandje,
zie je dat, en daar? Nee nee nee
nee nee dat had ik nou net even niet,
even niet, dat wil ik nog graag een tijdje

verdringen, verdrongen
verdriet.

dinsdag 25 augustus 2009

~

We keken elkaar niet aan,
wierpen zinnen in het meer,
starogend naar dansende dobbers.

Lichte woorden bleven drijven,
sommige zo ijl, dat ze zweefden
naar gedroomde paradijzen,

andere zakten door de bodem
van een niet beleefd beleven,
gehoord, maar niet verstaan.

21 maart 2007


REM ~ Everybody hurts

zondag 23 augustus 2009

~

Vuurbal rijst uit zee,
vonkenregendans op golven
kust de rots van deze kust.
Wind speelt met losse haren,
streelt warmte langs mijn wang,
droogt tranen van de nacht,
die zonder jou de stilte droeg.

Schaduw glijdt langs blinde muur,
fluistert dat je op me wacht,
een tortel trekt het kopje scheef
alsof het weet van mijn verlangen;
flamingoroze oogt de roos
- vergankelijk - in het rosser hart
vloeit dauw langs nerven in de kelk.



zaterdag 22 augustus 2009

~

Zo eenvoudig is het
niet om rouw na het verlies
door ogen van een haas te zien,

het rukt aan lange oren
het laat het leger beven, daar
waar wortels smaken naar karton,

zo pijnlijk is het
om een liefde te verliezen, nog
voor het kwam van vacht op vacht.

OT: De maan heeft me met een tak geslagen
Delft, 17 oktober 2005


woensdag 19 augustus 2009

~

Hans Andreus also known as
Johan Wilhelm van der Zant
* 21 februari 1926 in Amsterdam
† 09 juni 1977 in Putten

Uit: De fontein in de buitenwijk.
Holland, Haarlem, 1973

Van binnen pratend hoofd

Als het stil wordt in de nacht
en je hoort de dingen bijna praten,
dan hoor je ook hoe je eigen hoofd
nog lang niet, nog lang niet wil slapen,

want binnenin zichzelf, dan praat
het dóór, over vandaag en morgen:
wanneer je op vakantie gaat
en wie er dan voor de hond moet zorgen;

het vertelt je een paar van je gekste moppen,
maar die kende je al en je lacht er niet om,
het vraagt je of je ’n miljoen zou gappen
als dat zomaar es even kon,

en of als je doodgaat als je heel oud bent,
je dan niks meer voelt of dat je ’t maar koud hebt, –
en dan gaat dat hoofd van binnen
maar gauw over iets anders beginnen,

terwijl het je nóóit eens slapen laat
(trouwens, het zegt van zichzelf al: Raar,
raar, nietwaar, zo’n hoofd dat maar
in je praat en praat.).

~*~

Schets voor een portret: Hans Andreus

vrijdag 14 augustus 2009

~

Ik heb vandaag naar de wolken gekeken,
ze veranderden telkens van lichtgrijs tot zwart,
ik heb ze met mezelf vergeleken,
even veranderlijk, even verward.

Vandaag was ik net als die wolken,
ik voelde me donker, nerveus, aangedaan,
in gedachten bevond ik me in draaiende kolken,
ze verzwolgen me, als een schip dat moest vergaan.

Een wind zal morgen die wolken verjagen,
zowel uit mijn geest als van die lucht,
zo heeft ieder mens zijn donkere dagen,
net als die wolken, verstikt in hun vlucht.

目 1967







Joni Mitchell ~ Both Sides Now

maandag 10 augustus 2009

~

Beweging kiest
hemelse wet
in onopzettelijk zijn.

Instinctieve zekerheid
volgt het pad van harmonie
in een gaan zonder zoeken,
vrij van heimelijk gewin.

Ware onschuld kies je niet, zij is.
Wat toebehoort, verlies je niet,
al werp je het verre.

In het voorjaar rolt de donder,
bloeien bloesems, groeit nieuw leven
trouw aan het eigen wezen
in lotsverbondenheid.



I Thing ~ Woe Wang

woensdag 5 augustus 2009

~

Man die mij rust brengt,
als je leeft op deez' bol
kruis dan mijn pad, want
ik ben bang en moe en koud.

Tranen stromen uit al mijn cellen,
terwijl ik als een vlinder licht
groene sluiers van treurwilgen
streel en kus met rode ogen.

Laat me je liefhebben
zonder eis, zonder dwang,
houden van je om wie
en wat je bent,

man van mijn hart,
man van mijn dromen, kruis
mijn pad en houd me vast, opdat
angst dwarrelt als kaf in de wind.

maandag 3 augustus 2009

~

En steeds opnieuw
blijk ik mijn blik
opener te gebruiken
voor het sluitstuk,

met de vraag, die
- onbeantwoord -
luchtgaten dicht,
geef ik me prijs,

plet ik doppers
tussen warme tong
en week verhemelte
tot mengelmoesje,

één bewaar ik voor
onder mijn matras.



donderdag 30 juli 2009

~

Strijdmiddel met franse slag ontworpen,
zeslippige kroon misvormd tot pin,
rookt kinderen uit geliefde dorpen,
slaat scherven in gemeenschapszin.

Zaaddrager in arm Afghanistan,
uit roodglanzend geurende bloem,
werd wapen in klauw van een tiran,
alleen een dwaas wenst oorlogsroem.

In Hera's hand symbool van trouw,
tot twistappel voor een schone,
kleeft roet rond mond van zoetekauw,

verblind door het buitengewone,
de voedzame vrucht van ijzer zwaar,
haat het namaak gruwelexemplaar.

woensdag 29 juli 2009

~

Rotterdam,
de Boezembom
bracht autoslopers
in een grootstedelijke
bloedverbroedering bijeen.

Na jaren
lig je hier nog
aan de beademing, na de
ingreep ‘operatie hart’ en noemt
men jou het Manhattan aan de Maas.

Hard was het, hard
werken in de havenstad en
hand in hand sissen de kameraden
Hamas Hamas en allen weten niet wat zij
vernielen met bierbuikend vlees in deze kuip.

Jong is het, jong
leren is het in de Toekomst
de Amstel Malt Cup ging naar Mokum
in het geheim hup holland hup een cup, een kuip
en de ArenA brult om bloed en spelen voor het volk.

O Amsterdam,
Bom Shankar Chai
Shop in je eigen Cuyp en
in je rode licht district verslikt een
Rotterdammer zich in het snoepje van de week.



dinsdag 28 juli 2009

~

Dunya Mikhail
* 19 maart 1965 in Bagdad

From: The War Works Hard

Pronouns

He plays a train.
She plays a whistle.
They move away.

He plays a rope.
She plays a tree.
They swing.

He plays a dream.
She plays a feather.
They fly.

He plays a general.
She plays army.
They declare war.

~*~

Vertaling: Elizabeth Winslow

maandag 27 juli 2009

~

Vlinderliefde
I

Spoorzoekend bukt ze, vindt indrukken
van wrattenzwijnhoefjes op de hei, terwijl
hij gebaart vanuit een zandverstuiving dat
het snoeshaanei vastligt op gevoelige plaat.

Ze leest de kaart, blaast naar doornen van
bramenstruiken, waaraan een pluk rood
vossenhaar vlamt en staart in eksterogen op
gekromde tenen van een vermoeide reisgenoot.

Lamlendig wacht ze, zwaait naar blinde vinken,
observeert met aandacht hoe hij in drijfzand zijn arm
strekt, worstelend om een met uitsterven bedreigde
weerschijnvlinder te redden van de verstikkingsdood.

Nieuwsgierig roert ze met een takje in het vloeibaar
zand, haar vingers kleuren zacht in aquarelpastellen,
ze vouwt de handen rond haar mond en fluistert:
'Spelen we verstoppertje?'

II

'Hoe kom je daar nou bij?'
lacht hij en stapt op vaste grond,
opent zijn luchtig dichtgevouwen hand
en geeft nieuw leven aan de purperen keizer.

Haar netvliezen kleuren lila,
met schotelogen gaapt ze
de bedreigde vlinder na en hoopt
op roodgehoornde rupsen in de lente.

Haar ogen vinden als zijn handen
reiken, Iris viert kermis in de hel,
een zilveren maan klapwiekt voorbij
tijdens de eerste kus.



vrijdag 24 juli 2009

~

Zo even nog klonk onze samenzang,
de tonen dansen in het riet
dat aan weerskanten onze boot
verbergt voor vriend en vijand.

Hier lig ik naast je op mijn zij
en zoek je hand nu lucht
de weg naar het hart
niet vinden kan.

Kogels fluiten het lied kapot,
je vingers tasten mijn gezicht,
nog eenmaal je wonderschone ogen.

Ik voel hoe het warme vocht
mijn dijen kleurt met rood
en drijf stroomopwaarts voort.

dinsdag 21 juli 2009

~

In de gesloten eenheid
van de oersterke natuur

bederven eerzucht en begeerte
innerlijke reinheid,

hoogmoedige draken
zullen redenen hebben tot berouw.

I Thing ~ Tj'ièn

5  januari 2007


zaterdag 18 juli 2009

~

Wylde nachtmerje
mei fladderjende moannen
sliept by deiljocht yn

~*~

Wilde nachtmerrie
met fladderende manen
slaapt bij daglicht in










Alela Diane ~ White As Diamonds

dinsdag 14 juli 2009

~

Zeg schat,
doe me een lol
en haal die voet
van mijn hart.

Schep maar op,
ik heb stapels
diepe borden
in deze kast.

Jaag maar voort
in schijnbeweging,
je wordt vanzelf een
gemakkelijke prooi.

Verzamel de as,
het grijze past
wel bij de kleur
van je oude huid.

Jouw geschenk
verpakt in wanhoop,
draagt het etiket
van onbestelbaar.

Nee, mijn moeder
ligt niet wakker
naast mijn vader,
hij is al jaren dood.

Er liggen explosieven
onder gindse brug
en je leger bestaat
uit wassen beelden.

Blijf maar flirten
met het ongerijmde,
ga je gang,
dit pad loopt dood.



maandag 13 juli 2009

~

Het vliesgordijn hangt open,
druppels glijden binnen
langs oorlogsglas.
Licht glanst
zo vreemd;
felle kleuren
van het snelverkeer
weerkaatsen ochtendlicht
nu straatlantaarns doven.

De middenstem van het geweten
smeekt in stiller stil,
het wikt en weegt.
Bloed stroomt
zo anders;
lichter rood
in het reine hart
dat in oprechtheid bidt
om een veilig thuis voor elk.

12 februari 2007

vrijdag 10 juli 2009

~

René François Armand Prudhomme
also known as Sully Prudhomme

* 16 Mars 1839 en Paris
† 7 Septembre 1907 en Châtenay-Malabry

Sully Prudhomme ontving in 1901 de
allereerste Nobelprijs voor de Literatuur


Le Vase Brisé

Le vase où meurt cette vervaine
D'un coup d'éventail fut fêlé;
Le coup dut l'effleurer à peine,
Aucun bruit ne l'a révélé.

Mais la légère meurtrissure,
Mordant le cristal chaque jour,
D'une marche invisible et sûre
En a fait lentement le tour.

Son eau fraîche a fui goutte à goutte,
Le suc des fleurs s'est épuisé;
Personne encore ne s'en doute,
N'y touchez pas, il est brisé.

Souvent aussi la main qu'on aime
Effleurant le coeur, le meurtrit;
Puis le coeur se fend de lui-même,
La fleur de son amour périt;

Toujours intact aux yeux du monde,
Il sent croître et pleurer tout bas
Sa blessure fine et profonde:
Il est brisé, n'y touchez pas.

~*~

The Broken Vase

The vase where this verbena’s dying
Was cracked by a lady’s fan’s soft blow.
It must have been the merest grazing:
We heard no sound. The fissure grew.

The little wound spread while we slept,
Pried deep in the crystal, bit by bit.
A long, slow marching line, it crept
From spreading base to curving lip.

The water oozed out drop by drop,
Bled from the line we’d not seen etched.
The flowers drained out all their sap.
The vase is broken: do not touch.

The quick, sleek hand of one we love
Can tap us with a fan’s soft blow,
And we will break, as surely riven
As that cracked vase. And no one knows.

The world sees just the hard, curved surface
Of a vase a lady’s fan once grazed,
That slowly drips and bleeds with sadness.
Do not touch the broken vase.

~*~

Translation from French to English by Robert Archambeau

Le Vase Brisé

dinsdag 7 juli 2009

~

Rauw gorgelhoest van binnenstrijd
vliegt zachtheid naar de strot,

een mond zo vol van minnenijd
zwijgt in het bloed dat spot,

ginds keert het tij, glimlacht
de dag in kinderlijk genot.

zaterdag 4 juli 2009

~

Fan herten wolkom.
Sis dat nochris.
Fan herten wolkom,
hie 'k mar witten
dasto kaamst.

Hasto my ek socht
tusken blau en grien,
hasto my ek preaun
as snie op tonge,
as fjoer yn bloed?

Dyn fel as brûns,
dyn eagen as stjerren,
dyn laits as liet
wêrop ik dûnsje,
feint noch baas.

~*~

Van harte welkom.
Zeg dat nog eens.
Van harte welkom,
had ik maar geweten
dat je kwam.

Heb je mij ook gezocht
tussen blauw en groen,
heb je me ook geproefd
als sneeuw op de tong,
als vuur in bloed?

Je huid als brons,
je ogen als sterren,
je lach als lied
waarop ik dans,
knecht noch baas.

7 februari 2007


Crosby, Stills, and Nash - Our House

dinsdag 30 juni 2009

~

Bruid van Hiawatha

Je steekt een veertje in mijn
haar en noemt me Minnehaha,
je streelt zo teder langs
een rimpel op mijn wang.

‘Dit is je slaaplijn,’
zeg je zacht,
‘droomt zeker
meestal op je linkerzij?’

En met twee handen
neem je mijn gezicht
en brengt je lippen
dichterbij de mijne.

Er golft een warme stroom
tot in mijn onderbuik,
vloeit langs mijn benen
naar mijn tenen en terug.

Ik voel de druk en geef me vol
verlangen over aan de hardheid,
die zo zacht de binnenkanten
van mijn dijen wijken doet.

Je kijkt tot op de bodem
van mijn zijn en lacht,
ik ken je door en door,
ik heb je zelf bedacht.



zondag 28 juni 2009

~

Vannacht kwam hij na al die jaren,
- nee, ik had hem niet gevraagd -
de man die doof voor de bezwaren,
mijn kinderhart had opgejaagd.

En net als toen gelispel in mijn oren:
‘Laat mij het zijn, die je ontmaagdt.’,
getrouwd en vader, blindgeboren,
had hij vertrouwen weggevaagd.

In het grauwe licht van ochtendgloren,
kwam wat ik slikte woest vertraagd,

dit tegen wil en dank verstoren
van rust was wreed, en onversaagd

greep ik hem bij zijn ezelsoren,
heb hem voorgoed naar nooit verjaagd.

zaterdag 27 juni 2009

~

Beklim de trap twee treden
tegelijk en aai de maan,

bescherm Venus, nu Mars danst
als speelbal in het sterrenstof,

ja pas op, want voor je het weet
wordt teder evenwicht verstoord.



War of the worlds ~ Jeff Wayne

donderdag 25 juni 2009

~

Nocturne

De droom die ooit
de morgenstond
zo prachtig kleurde,
verbleekt als
dartel veulen,

dat in de ondergang
maanblind verdwaalt,
waar in de schemering
de ezelsvanger bloeit
voor nachtegalen.

Delft, 13 mei 2007


Nachtmuzyk

De dream dy´t
de moarntiid ea
sa prachtich ferve,
ferblikket as
de boartlike fôle,

dy´t yn ‘e ûndergong
moanneblyn ferdwaalt,
yn ‘e skimer at
it nachtlampke
iepenet foar gealen.

~°~

Met dank aan Miranda Mei

woensdag 24 juni 2009

~

Antjie Krog
* 23 oktober 1952 ~ Kroonstad

Uit de bundel: Verweerskrif

dit is waar

dit is waar dat die landskap sonder
my sal voortbestaan die bome wat
my die aarde maak bemin die vlak
tes wat my saamvee in vaandels los
lippige lig die water wat die
nabyste naat van aanraking weer
spieël die maan stort agteroor in
'n stipendium pasgebore
sterre dit is waar dat dit sal aangaan

dit is waar dat ek drie vrouens kaal
op die strand van Marseilles gesien het
hulle lywe drie sakke plooie
hulle haartjies waai soos tissues in
die wind met kort stappies stap hulle
die water in hulle borste is
plooiloos 'n stralekrans stomende
uitgerysde borste blosend tot
in die tepels dit is waar dat ek
my oë daarvan nie kon afhou nie

dit is waar dat ek in n winkel
venster drie soorte weggooidoeke
gesien het vir bejaardes, 'n bed
pan, swamdoders, bedseersalwe en
iets wat soos 'n aartappelskiller
lyk dit is waar dat ek begin om
ou mense intensief te bekyk
hoe hulle hul voete neersit hul
hare kam dat ek my oë ver
honger neerlê op jong velle dit
is waar dat ek op 'n afgrond staan

~*~

Water naar die see ~ Stef Bos

zondag 21 juni 2009

~

Nu zelfs bedrog
hier wordt bedrogen en
haat ontkiemt in kinderogen,
buk ik me voor de door jou
op de grond gesmeten schat
en streel de rat, die knaagt
aan het hart dat krenkt.

Als ook de lach
hier blijkt gelogen,
het rechte pad wordt krom
gebogen, zet ik me aan het
door mij vers gedolven graf
en breek de staf, die het rijk
aan bedelaren schenkt.

Wie zelfs het water
niet wil delen en waagt
van armoe nog te stelen,
die vindt aan het eind
van het ingeslagen pad
de zwarte kat, die hem
de nek zal breken.



Is this the world ~ Queen

zaterdag 20 juni 2009

~

Ho Nan So'hon

Zij legt de naald op zijde, herkent
in zachte klanken van de pi'pa trilling
die nachtenlang haar slaap verdreef,

nu droom haar dood voorspelt,
vatten de woorden vlam en wind
beweegt het zwartgeblakerd blad,

hoor haar zuiver zingen,
de elfenbergvormige brander
draagt geuren boven het graf,

kom Egiya, kom, annyonghaseyo,
wilde ganzen dragen mijn eeuwige trouw
voorbij de neonkruisen van Kangnung,

drijven boven het meer langs wassende maan
op tonen van windbellen, vrij van mensenhand,
het is een goddelijke stem die zingt sa rang hae yo.



Ho Nan So'hon ~ Koreaanse dichteres (1563-1589)
werd geboren in de omgeving van Kangnûng.

Tot op vandaag de dag verschillen wetenschappers
van mening over het antwoord op de vraag of de
poëzie, die aan haar werd toegeschreven, afkomstig
is van de hand van haar jongere broer: Ho Kyun.

pi'pa ~ 4 à 5 snarige luit
Egiya ~ liefste
annyonghaseyo ~ tot ziens
sarang hae yo ~ ik heb je lief

If I Could See You Again - Yiruma

woensdag 17 juni 2009

~

O kleine migrant,
gevangen in zonnedauw,
aan reizen voorbij.



zondag 14 juni 2009

~

Hij nam mijn jas,
schonk mijn kopje vol
met geurige jasmijn,

voerde me wilde
Zeeuwse oesters, likte
parels van mijn huid,

op het toppunt van
genieten, rukte hij mijn
teerste voelspriet uit.



donderdag 11 juni 2009

~

Rijk dekt rijk
met fabelen uit monden
boven geplisseerde beffen,

gelaat van de magistraat
oogt als een leren masker
onder zwart lamé,

en in de vrije tijd
de strop gestrikt,
full royal crown,

de dasspeld geprikt
op de borst van beton,
op benen die weelde dragen,

de diamant glanst als
het oog van het kalf,
dat in de kist wel weet

hoe koud het goud.

woensdag 10 juni 2009

~

Zo fier rechtop staat hij,
de grijze mantel
zit hem als gegoten,

ik weet toch zeker
dat hij naar me knikt,
ik knik terug,

stel hem gerust,
hij lijkt argwanend
alsof hij denkt

dat ik van plan ben
zijn ontbijt
te roven.

Ik gooi een punt
van mijn croissant
en raak zijn borst,

hij schrikt en
klapwiekt weg
naar zee.



vrijdag 5 juni 2009

~

Wystan Hugh Auden

* 21 februari 1907 in York
† 29 september 1973 in Wenen


Looking up at the stars, I know quite well
That, for all they care, I can go to hell,
But on earth indifference is the least
We have to dread from man or beast.

How should we like it were stars to burn
With a passion for us we could not return?
If equal affection cannot be,
Let the more loving one be me.

Admirer as I think I am
Of stars that do not give a damn,
I cannot, now I see them, say
I missed one terribly all day.

Were all stars to disappear or die,
I should learn to look at an empty sky
And feel its total dark sublime,
Though this might take me a little time.

~*~

zondag 31 mei 2009

~

Osofamiredo,
ben ik zo blind, zo al verhullend licht,
zo dicht, zo licht met part en deel
aan alziend oog, zo hoog ?

Osofamiredo,
sta ik zo naakt, zo niets ontziend en koud,
zo oud, zo koud als stoffig ijzer
zonder lood, zo bloot.

Osofamiredo
wens ik zo lief, zo al verwarmend vuur,
zo puur, zo vuur van zonnegloed
zo zoet, zo stroomt mijn bloed
voor jou.

zaterdag 30 mei 2009

~

Trilwanden rond het derde trommelvlies
weten hoe hamers in broze binnenkamers
splinters slaan uit aambeeldbot,
stijgbeugels van flanken rukken,
als vaderstem gelijk een vlijm
de meisjesziel doorklieft;

dan vindt het allereerste ei
in kalverschoot een massagraf
van vlinders net ontpopt,
kwetsend krenken, butsend beuken,
nog groeit aan beken eenhuizig hard,
hout dat met haar schimmel danst.

De cyclus van geschubde knop
naar groen veernervig blad,
notenregenfeest en vogelzang,
dra is het tijd; in de verhoute kelk
verwacht driekantig vruchtje
de warmte van een eekhoornwang.



Yentl - Papa Can you Hear Me?

vrijdag 29 mei 2009

~

Als in een nestje
kleurrijke eitjes breken
pinkt de zon een traan

~*~

As yn fûgelnest
geheim ljipeien brekke
gûlt sinne blydskip

~*~

Efu ini a nesi
eksibuba go broko
son figi watr'ai

~*~

Sarangpun telah terangkai
telur berupa warna mulai retak
mentari meneteskan airmata suka *

~*~

When in a birds' nest
colourful eggs are breaking
sun brushes a tear

~*~

Quand au nid d'oiseau
l'oeuf fragile se brise
le soleil s'émeut **

~*~

Wenn ins Nestlein
farbige Eier brechen
blinkt Sonneträne

Delft, 13 januari 2007


Met dank aan Kiki * & Annemaria **

maandag 25 mei 2009

~

Er ligt een kinderschepje
in de vloedlijn van de zee,
wachtend op een fleurige morgen,

ik zweef op golven
van je adem in en uit,
o zachtste levenslijn,

je neemt mijn rechter
in je rechter, ik zoek je
ander met mijn linkerhand.