zondag 31 augustus 2008

~

Wanneer stop je te zijn met wat je eens was,
wanneer word je een mens van je tijd,
je leeft in het verleden, dat verdord is als gras,
wanneer raak jij je droombeelden kwijt ?

Verwelkte bloem, in je bloeiende tijd
dacht je geurig te zijn en mooi,
langzaamaan raak je dit alles kwijt,
je valt tijd en natuur ten prooi.

Begrijp toch de zin van leven en dood,
zie in, ook voor jou komt die tijd,
ik zie hoe je strijdt en hoe 't rood
van je bloed in 't duister langzaam verslijt.

目 1969

Beth Nielsen Chapman ~ Say goodnight

zaterdag 30 augustus 2008

~

Lucy kijkt omlaag, ziet
op de grond haar diamanten,
geeft niets om ding,
ding is ding,
ze doet het hare.

Ze kijkt omhoog, draait
in ziekbed om haar lijf,
geeft handel uit de hand,
hand is hand,
ze grijpt de zijne.

Lucy kijkt hoger, ziet
handlanger met diamanten,
maant hem tot eenvoud,
fout is fout,
zij slikt zich niet.

Ze kijkt lager, scheurt
uit het boek een bladzij
om een vogelvis in zee,
zee is zee,
omcirkelt aarde.



woensdag 27 augustus 2008

~

Judith Frieda Lina Herzberg
* 4 november 1934 ~ Amsterdam

Uit: Botshol, G.A. van Oorschot, Amsterdam 1980

Vader en zoon in hevige regen

Je zoon op je schouders.
Boven hem je paraplu
een lopend torentje
In regen van nu.
Zelf wees geweest
en wees gebleven
zit je daar zelf
op schouders
van ouders, zelf
in de vorm
van een zoontje,
en boven de hoofden
een ronde en kleine
maar troostende droogte.

~*~

donderdag 21 augustus 2008

~

Het kussen – onbeslapen -
draagt de zachte zwanenveer
zorgvuldig weggeborgen
in een doorzichtige droom.

Lucide loutering,
het strelen van linnen,
zoete zomerzoenen,
in een verzonnen zijn.

Achter mat vensterglas
krijst de pica pica
in zwart-wit verenkleed:
‘Ge snakt, ge snakt, ge snakt.’

De naden losgetornd,
zachthandig regisseur
tast linkervleugelschacht,
en flirt met eigen woord.



dinsdag 19 augustus 2008

~

Poorten van klinieken
Sluiten achter bange ruggen,
Yuppenleed en machtswellust,
Codenamen voor de pijn,
Het zijn normale kinderen
In een doorgedraaid systeem,
ADHD en Borderline,
Totalitair, megalomaan,
Randdebielen zijn wij al
In de door wetenschap verspreide
Endemie van het grote misverstaan.

Delft, 20 april 2006

zaterdag 16 augustus 2008

~

Kort verhaal in het groen

Hij ligt op zijn buik
in het malse gras,
ik hoor hem zachtjes vragen
'En jij? Hoe lang wil jij?'
En met een nagelschaartje
knipt hij één voor één
de sprietjes op gewenste lengte.

vrijdag 15 augustus 2008

~

Nooit en te nimmer
wil ik het openen
dichten met nooit.

Ooit en te immer
wordt ook mijn as
verstrooid, vergooid,

en in gedachten
zie ik het zaaiende
zwaaien van je hand,

dan is voltooid
en ooit weerom
valt niet te rijmen.

Nu het hart ontdooit
in breekbaar rood,
klopt het voor geen meter.

Ik ruk de muilkorf
van je lippen
en streel je mond,

nooit en te nimmer
zal ik mijn dichten
openen met nooit.



woensdag 13 augustus 2008

~

Wanneer moeder vergeet
dat je als vrucht
haar schoot verliet

en je verdrinkt
in een oceaanwoestijn
van waangedachten,

schreeuwt de nacht
en zwiept een zee in de
verzwegen dieptes van zijn.

dinsdag 12 augustus 2008

~

Ik bedenk namen
voor ons kind, dat
ik niet zal dragen.
Ik droom mijn buik
bol van onze vrucht,
leg beschermend mijn
hand op mijn platte
buik en voel leegte,
een leegte die ik zal
vullen met mezelf.

目 1984

maandag 11 augustus 2008

~

Rainer Maria Rilke
* 4 december 1875 in Praag
† 29 december 1926 in Montreux

Uit: Nieuwe gedichten ~ Oorschot Amsterdam


Abschied

Wie hab ich das gefühlt was Abschied heißt.
Wie weiß ichs noch: ein dunkles unverwundnes
grausames Etwas, das ein Schönverbundnes
noch einmal zeigt und hinhält und zerreißt.

Wie war ich ohne Wehr, dem zuzuschauen,
das, da es mich, mich rufend, gehen ließ,
zurückblieb, so als wärens alle Frauen
und dennoch klein und weiß und nichts als dies:

Ein Winken, schon nicht mehr auf mich bezogen,
ein leise Weiterwinkendes-, schon kaum
erklärbar mehr: vielleicht ein Pflaumenbaum,
von dem ein Kuckuck hastig abgeflogen.

~*~

Hoe heb ik het gevoeld wat afscheid heet.
Hoe weet ik 't nog: een donker, grimmig scheiden
dat eenmaal nog 't geheel toont om dan wreed
die mooi verbonden tweeheid door te snijden.

Hoe weerloos was ik toen ik moest aanschouwen,
wat mij, míj riep, terwijl het mij liet gaan,
en achterbleef als waren 't alle vrouwen,
en toch zo klein en wit en niets meer dan:

Een wuiven, al niet eens meer voor mijn ogen,
een haast niet meer te duiden, stil en loom
voortwuiven: wellicht als een pruimeboom
waaruit een koekoek snel is opgevlogen.

~*~

Vertaling: Peter Verstegen

zondag 10 augustus 2008

~

Wolk werpt schaduw op wolken.
Op weg naar benee smelt sneeuw
tot regen voor voedsel en drank,
geeft leven aan levens grandeur.

Zonder tegenwoord kiest tenslotte
elke slangentong de stilte;
voor eeuwig gespleten, tongelend
op zoek naar de sporen van geur.

Dreiging van dwazen, die spelen
met wetten van water en weer,
stelt kracht en geduld op de proef,

onwankelbaar in zeker weten
wacht de wijze op leidend licht,
bloedbad door ziekte stemt droef.



I Thing ~ Siu









Musei Vaticani ~ Sala di Constantino

woensdag 6 augustus 2008

~

Hapjes uit een ster,
het hemels vuur verduisterd
en alles draait door.

dinsdag 5 augustus 2008

~

Drie muntjes in mijn linkerhand
en met gesloten ogen
stel ik een vraag.
Gif strijdt om voorrang
langs de vaten van
mijn afgetobde stam.

Boek der veranderingen,
hexagrammen ter verstrooiing,
hier en nu Wèi Tji,
voor de voleinding,
de overgang van chaos
naar orde is nog niet voltooid.

Op een krakende ijsvlakte
zoek ik op spitsvoeten een veilig pad,
lente breekt aan en smeltwater nadert
mijn van angst gesperde vleugels,
de terugtocht wordt een enkele reis
naar een gevecht op leven en dood.

De kracht van het donkere komt op,
het orakel spiegelt mij de ommekeer,
omslag in het tegendeel Siau Tsjoe,
de temmende kracht van het kleine,
de wind jaagt langs de hemel
en tilt mij op.

Winti wayt, leki mi skin,
religies versmelten in mij,
bevorderlijk is standvastigheid
en na de postcoïtale depressie,
schijnt de zon, geef ik mij over
in trouw en betrouwbaar zijn.

I Thing ~ Wèi Tji

zaterdag 2 augustus 2008

~

Wit myn leafste

dat yn elts wurd
yn eltse rigel
yn elts fers
myn hert dreamt

fan broazele han
dy't sêft streakje
oer dyn wang
lâns dyn hals
nei ûnder

fan lippen yn
triljende fúzje
dy't flústerje
ik fyn dy
sa leaf

~*~

Weet mijn liefste

dat in elk woord
in elke zin
in elke strofe
mijn hart droomt

van vingers
in vederlichte streling
over je wang
langs je hals
omlaag

van lippen
in trillende verrukking
die fluisteren
ik vind je zo lief










Spelende nimfen van Rodin