dinsdag 8 december 2009

~

De Tucajana~tori, fruteri mi,
West- en Oost-Indisch doof,
mi ben e frede m’ma,
mi ben e prati tata,
langa mi yu anu.

Is Bouterse de bastaard,
of veroordelen wij de basra
via hem in onszelf?
Zelfde vader, zelfde moeder, lala. Ja?
Mensen nemen geheimen mee het graf in.

Zelfde moeder, vader afwezig
halfzus, halfbroer,
zoveel lief en zoveel leed,
zelfde vader, moeder afwezig,
afu sisa, afu brada, ware liefde, ware haat.

Ouderloos, een geestelijke doodstraf,
zo wreed én mi ben so pikin,
een kakkerlakje in de cocaïne,
een hommeltje in een bloem,
een bloedlijn op het strand.

Maar straffeloos
lijkt grenzeloos gevaarlijk,
of straft het kwaad zichzelf?
Tata, m’ma, zonen, dochters,
sisa, brada, furu,
pleeg, half en stief,

wèt fu lespeki voor
bloed- en liefdesband,
rook zal verdwijnen,
als de vredespijp is rondgegaan.
Masra Gran Gado, mi skrien e bron mi,
laten we elkaar de handen reiken.

De Tucajana~tori, fruteri mi.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten