donderdag 8 oktober 2009

~

De weg naar huis ligt vol obstakels,
gesprongen snaren in het hof,
hier huilt de kale kronkelwilg
om de verdrongen dwaze jaren.

Nimfen van de schuimcicaden
verschrompelen het blad dat snikt,
het mist de hand die ooit zo
trouw het oude hout verbrak.

Zacht licht van witte onschuld
vindt stil houvast in kraters van
gevallen sterren op het pad;

dan roept een stem vanuit het niets:
je zoekt je huis in steen en hout,
kom woon in mij, ik heb je lief.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten