dinsdag 30 november 2010

~

Trage tongen lispelen, ogen
staren in een gestorven oor,
Sagarmatha, ze kwamen,
ze zagen en lieten de dood.

De wimpers bevroren
in een gemarmerde frons,
Mount Everest, ze stegen,
ze daalden en lieten het leven.

O Qomolangma je koestert
de resten van mijn liefste lief.
Ik plant mijn vlag halfstok
en bijt in je kristallen.












Erik Bender 1941-1992

Kitaro- Silk Road

zaterdag 27 november 2010

~

Voor Lucia de Berk

Je stam verbrijzeld
toen de tweeling brandde,
hoe je takken bloedden
acht lentes lang.

Dokters steken
werden zusters daden,
bedacht, verdacht,
als dwaas in het gevang.

Het sterfbed van je opa
door blaffend blauw bezoedeld,
je dagboek uitgeplozen,
een wolffsbeet in de kou.

Gehurkt zit je aan zee.
wijst lachend naar een kwal,
ik hoor de golven zingen:
'hoogmoed komt voor de val'.

Je eerste vrije lente,
na negen lange winters
van staren en luchten,
van klaren en zuchten,

o Lucy, de dwaling,
de zieke herhaling
van draaien en duwen,
de waarheid ontrouw,

wens je dansende dagen
op handen gedragen
als lichtend voorbeeld
van oersterke vrouw.












Lucia de Berk in Westweek

donderdag 25 november 2010

~

Yn komme en gean
mei de reach nei de takomst,
duldich yn wêzen,

draait iensum bern om har as
yn brekber lânskip fan glês.

Astrant ferlangje,
de kop hinget yn wolken
op ferrotte foet,

it krûpet oer de strjitten,
thûs is dêr wêr leafde is.

~*~

In komen en gaan
met de rug naar de toekomst,
gelaten in zijn,

keert eenzaam kind om haar as
in breekbaar glazen landschap.

Verwaand verlangen,
het hoofd hangt in de wolken
op bedorven voet,

het kruipt over de straten,
thuis is daar waar liefde is.

Delft, 27 augustus 2006

dinsdag 23 november 2010

~

Tsila Sjira
* juni 1964

Dons

je jongleert met thermiekbellen
rijdt paardje op de wind
de teugels vrij

je reikt naar iets onzichtbaars
en als je slapen gaat
dalen er ganzen op je neer

ik plak je vol veren
zodat je vliegen kan
vraag je naar
de witte raaf
die cirkelt om jou heen

één antwoord maar
de bel gaat
je moet naar binnen

© tsila








Saved by the bell

zondag 21 november 2010

~

Eduard Jozef Antonie Marie Hoornik
* 9 maart 1910 te 's Gravenhage
† 1 maart 1970 in Amsterdam

Uit: Verzamelde Gedichten.

DE ZWAAN

Langzaam glijd ik tussen andre zwanen
altijd om hetzelfde eiland heen,
maar meest zit ik boven halfvergane
planten, in het oeverriet, alleen.

Wrede dingen teisteren het eiland:
broedermoord en twist en handgemeen;
soms duikt het gerucht op van een heiland,
maar de wolven huilen als voorheen.

Achter de gevangenenverblijven
breek ik, als de maan schijnt, uit het riet,
en ik laat mij naar een plek toedrijven,
waar men niets meer van de wereld ziet,

en dan lees ik wat de sterren schrijven,
en dan schrijf ik wat mijn ziel gebiedt.

~*~

zaterdag 20 november 2010

~

Weer schuift een schaduw
voor de warme zon,
'Hier die bloemen.',
ogen schieten brandend steen.

Moeder duidt de blauwe uniformen
als beelden uit een kinderdroom,
zie hoe zij het koele water gieten
over vaders hoofd vol stoom,

die jaren later zachte druk
van Afrikaanse kussen brak,
mijn haren greep en eiste
dat ik nooit

nooit meer genoegen nemen zou
met ontrouw en met ongepast,
zijn wonen met drie hoeren
in zulk een schril contrast.

Delft, 8 april 2006


dinsdag 16 november 2010

~

De roomse dwaling,
men predikt tien geboden
en leeft ze niet na.










Detail plaquette in Brugge

zondag 14 november 2010

~

... ik was vijftien ...

Mijn geest is vandaag door nevels overtrokken,
donker keek ik de wereld in,
mijn leven leek te liggen in talloze brokken,
maar nu begrijp ik, dit is mijn begin.

Ieder mens heeft zijn eigen gedachten,
verzonken in deze, sluit ik mij op,
de tijd is zo lang om op het geluk te wachten,
dan komt het opeens, het ei ontdaan van de dop.

Dan helpt geen filosoferen of praten,
dan is ieder mens in zijn eigen thuis,
gevuld worden de leeggebleven gapende gaten.
het hart bij de liefde en het geloof bij het kruis.

Soms wordt zo’n gelukkige tijd onderbroken,
menig mens vindt op aarde geen ander terug,
maar 't moment dat je 't bloed in je aders voelt koken,
is het geluk in elk leven en voor eeuwig een brug.

De brug die de brede rivier doet overkomen,
de brug die elk mens in zijn leven verlangt,
nu is die tijd alleen in onze dromen,
straks is het werkelijk die het onechte vervangt.

目 1967

donderdag 11 november 2010

~
Cor J.J. van Schaik
* 26 juli 1922 in IJsselstein
† 1 juli 2012 in Hoogerheide

De stormen huilen
rondom apotheose
van het verlangen.

De muren worden geslecht,
zal ik je nu ontmoeten?

Soms hoor ik lachen
als in een ver verleden,
of is het toekomst?

Nu zal het echt gebeuren,
de stormen gaan weer liggen.
~*~

zondag 7 november 2010

~

Even

Noem mij je naam,
ik zal je noemen, zoals
je nog niet bent gekend.

Het liefst wil ik met jou
spiegelen in het veld en
vragen aan het blauwtje

om even, heel even, een
ogenblik te komen rusten
in de palm van ons hand.

 许








Boomblauwtje ~ Celastrina argiolus

donderdag 4 november 2010

~

Het vallen
neemt een aanvang,
de grote trap is hoog,

steen harder dan gedacht,
het regent sterren,
de zon beeft,

in de maalstroom
vind ik mezelf beneden,
vaderziel alleen.










Scala Sancta ~ Roma