maandag 30 november 2009

zaterdag 28 november 2009

~

Charles Baudelaire
* 9 avril 1821 à Paris
† 31 août 1867 à Paris

Uit: Les fleurs du mal

A une dame créole

Au pays parfumé que le soleil caresse,
J'ai connu, sous un dais d'arbres tout empourprés
Et de palmiers d'où pleut sur les yeux la paresse,
Une dame créole aux charmes ignorés.

Son teint est pâle et chaud ; la brune enchanteresse
A dans le cou des airs noblement maniérés ;
Grande et svelte en marchant comme une chasseresse,
Son sourire est tranquille et ses yeux assurés.

Si vous alliez, Madame, au vrai pays de gloire,
Sur les bords de la Seine ou de la verte Loire,
Belle digne d'orner les antiques manoirs,

Vous feriez, à l'abri des ombreuses retraites,
Germer mille sonnets dans le coeur des poètes,
Que vos grands yeux rendraient plus soumis que vos noirs.

~*~

Voor een Creoolse dame

In een welriekend land, steeds door de zon verwend,
sprak ik onder een purper baldakijn van bomen,
palmbomen die op ons hun loomheid lieten stromen,
met een creoolse, van een schoonheid ongekend.

Haar teint is bleek en warm, haar donker haar bekorend,
er is iets in haar hals van een voorname zwier,
haar glimlach is verstild, haar oogopslag is fier;
ze lijkt, rijzig en slank, als voor de jacht geboren.

Mocht u, mevrouw, naar het land van ware glorie reizen,
't zij naar de groene Loire of de Seineboorden,
elk oud kasteel zou zich met u gelukkig prijzen.

Dan deed u, in uw lommerrijke toevluchtsoorden,
sonnetten rijpen in wel duizend dichterharten,
dienstbaarder aan uw grote ogen dan uw zwarten.

~*~

Vertaald door Peter Verstegen

donderdag 26 november 2009

~

Wind vertel me,
vertel me,
ik heb me opgedeeld
in talloze ikjes, van
liever ik tot slechterik
en zovelen daartussen.

Wind jij brengt
niet altijd vrede,
van orkaan tot lentebriesje,
van wervelwind tot vluchtig
kusje verspreid je geur
van dier, bloem, boom en meer.

O wind, vertel mijn lief
dat de nachten koud zijn,
dat mijn nachtmerries
dagdromen zijn geworden,
vertel mijn lief,
dat ik hem thuis verwacht.

Ik wil zijn moede leden strelen,
warmen met gemberkompressen,
met mijn lijf, zachtjes
bijten in zijn kuiten,
zijn voetzolen kneden,
bruid zijn in zijn dromen,
waaruit hij blij ontwaken zal.

O wind, draag aan
en geef mij vrije adem, opdat
ik zonder dat ook zingen zal,
opdat ik niet verbitterd blijf
verbijten, nu blijkt dat hij
die rust in andere armen wenst.



Cristina Branco ~ Sete Pedaços de Vento

dinsdag 24 november 2009

~

Aan de bal van mijn voet
voel ik op mijn klompen
er klopt niets van voetbal.

De peperdure grasmat
is een voedingsbodem voor
de dronkenmans hel erna.

Buisgekluisterd voetveegvolk.
Publieke omroep investeert
in zwakke mannenprostitutie.

Nimmer zag ik brancardiers
met een zelfde snelheid
rennen voor bejaarden.

Met de zon op mijn bol
bal ik bei mijn vuisten
en bid voor lege tribunes.



zondag 22 november 2009

~

Liefste ik pluk voor jou
zoete vruchten uit de hoogste bomen,
schrijf onze namen op een bergtop
in de maagdelijke sneeuw.

Ik draag je fluister in mijn hart
in zonverlichte lentedromen en leg
mijn allerzachtste kussen voor je op
de vleugels van een kleine mantelmeeuw.



donderdag 19 november 2009

~

Zwanenzang en
dons kleeft in het web
van de zwarte weduwe in mij.

Verdwaald in eigen listige draden,
die plots niet meer bewandelbaar zijn,
lost ze op en verandert in een witte slang,

die - als je haar vangt -
vervloeit tot een plasje melk.

Drink mij, drink mij,
jij, dorstige jij.



dinsdag 17 november 2009

~

Dromend liep ik langs de stranden,
't was koud, maar mijn vreugde was groot,
ik voelde tussen mij en de natuur weer banden,
toen viel mijn oog op een vogel, hij was dood.

Ik bukte me om zijn zachte vederen
te strelen, maar trok mijn hand terug,
een olielaag bedekte zijn lederen,
zijn veertjes waren vuil en voelden stug.

Hier vond het zijn graf en de zee zong een lied,
ik heb het voorzichtig opgenomen,
de olie deerde mijn handen niet,
ik zocht een plekje... een beter onderkomen.

Ik heb het in de duinen begraven
en van wat schelpen een kruisje gemaakt,
toen ben ik over het strand gaan draven,
ik was door het dode in de war geraakt.

目 1968

vrijdag 13 november 2009

~

En als er iets is
dat me troost brengt,
dan is het mijn pen,
die zigzagt over
strakgetrokken lijnen
hier op wit papier.

Heb ik je pijn gedaan,
deed jij mij pijn
met hellendicht
en open mond
toen ik het woord
verkeerd verstond?

Het woord toont
beeld van licht,
zwart gat en zon,
al naar gelang
de atmosfeer,
als een kameleon.



Orbital - Halcyon On and On

donderdag 12 november 2009

~

María Mercedes Carranza
* 1945 in Bogotá, Colombia

† 11 juli 2003 in Bogotá

Uit de bundel: Hola, soledad


Canción de domingo

Es inútil escoger otro camino,
decidir entre esta palabra herida y el bostezo,
atravesar la puerta tras la cual te vas a perder
o seguir de largo como cualquier olvido.
Es inútil rociar raíces
que sean quimeras, árboles o cicatrices,
cambiar de papel y de escenario,
ser arco, cuerda, puta o sombra,
nombrar y no nombrar, decidirse por las estrellas.
Es inútil llevar prisa y adivinar
porque no hay tiempo para ver
o demorarse la vida entera
en conocer tu rostro en el espejo.
Los lirios, el cemento, esos ojos zarcos,
las nubes que pasan, el olor de un cuerpo,
la silla que recibe la luz oblicua de la tarde,
todo el aire que bebes, toda risa o domingo,
todo te lleva indiferente y fatal hacia tu muerte.

~*~

Sunday song

It is useless to choose another way,
to decide between this wounded word and a yawn,
to go through the door after which you will get lost
or to go along like something that’s been forgotten.
It is useless to water roots
that are chimeras, trees or scars,
to change roles and of scenery,
to be a bow, a string, a bitch or a shadow,
to name and not to name, to decide by the stars.
It is useless to be in hurry and to guess,
because there is no time to see
or to linger the whole life long
in order to get to know your face in the mirror.
Lilies, cement, those light blue eyes,
the clouds that wander by, the smell of a body,
the chair that receives the slanted afternoon light,
all the air that you drink, all laughter, any Sunday,
everything takes you, indifferent and fatal, to your death.

vertaald door Nicolás Suescún

~*~

Gloomy Sunday ~ Rezso Seress

maandag 9 november 2009

~

Het was in het holst
van een slapeloze nacht
dat je me zocht en zei:
neem deze woorden
die ik voor je vond
in het gulden vlies.

Het gouden stof
doet niet ter zake,
het is hun betekenis
die je zal dragen
als je denkt aan het eind
van je krachten te zijn.

Het was een fluisteren
alleen voor mijn oren
en je liet me beloven
ze te bewaren
in het wakkere hart
van mijn doofstomme kind.

Ik had mijn ogen niet geopend
om niets te missen
van de trilling
in je stem en in de stilte
bleek je verdwenen,
er was alleen dat vreemde licht.

Zo dwaas mijn zoekende hand
boven de lakens,
zo vol was mijn kamer
nog niet geweest en
aan Orpheus' voeten sliep ik
een gat in de heilige dag.










David Sylvian - Orpheus

zaterdag 7 november 2009

~

Ik lees een libretto
en zet de kranen open in
de kraamkamer van dit gedicht.

Ik vind de kracht
in de trillende mondhoekjes
van mijn pasgeborenen.

Het is de vertedering
die me schreeuwen doet:
‘Wapens neer, nu!’

Het is de verwondering
van slofje tot slof,
die me denken doet:

‘Ik ben het, die dit schrijft.’



maandag 2 november 2009

~

Lief lieveke
wilt gij beminnen?
Ik zal u geven een zin:
zin is alleen zin
als er zin in zit.

Ach, schrijverke
wilt gij bezinnen?
Neem plus en nul en min,
min is alleen min
als er min in zit.

Kom lezerke
laten we dansen,
ik zal u geven mijn hart,
buut vrij en herbegin
lief lieveke.










Roma ~ plafondschildering in
Basilica di Santa Prassede