vrijdag 15 augustus 2008

~

Nooit en te nimmer
wil ik het openen
dichten met nooit.

Ooit en te immer
wordt ook mijn as
verstrooid, vergooid,

en in gedachten
zie ik het zaaiende
zwaaien van je hand,

dan is voltooid
en ooit weerom
valt niet te rijmen.

Nu het hart ontdooit
in breekbaar rood,
klopt het voor geen meter.

Ik ruk de muilkorf
van je lippen
en streel je mond,

nooit en te nimmer
zal ik mijn dichten
openen met nooit.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten