donderdag 16 juni 2011

~
Mijn land ligt braak en wordt niet meer veroverd,
geen zaaiersvoet betreedt mijn grond,
geen hand woelt door de bovenlagen,
het oogt stoffig in de morgenstond.

Geen struikgewas om plat te branden,
geen as die vruchtbaarheid belooft,
zelfs wormen hebben me verlaten
het witte wief werd bruut onthoofd.

Hoog boven dreigt een regenwolk
en houdt - met duivels leedvermaak -
de druppels vast voor bij de buren,
een ploeg snijdt diep, het werk loopt spaak.

En op mijn huid kleven kristallen,
mijn tong likt zout uit verse wond,
er borrelt wanhoop in mijn longen,
ik kniel verdoofd en kus mijn grond.

Verschrikker zwaait naar vogels in een verte,
zijn lompen wapperen in de wind,
hij haat dit werkeloze wachten,
hoopt op de lach van het blije kind.

En ondergronds liggen de botten
van Izanami en magere Hein
in iets dat lijkt op een omarming,
zij zingen vals van mijn en dijn.

Voeten vluchten over de akker,
salvo weerklinkt in hete lucht,
vocht vloeit in de geschroeide aarde,
verschrikker hapt in het stof en kucht.

Die nacht heb ik mijn land verlaten
en koos de weg van alle vlees,
en op het laagste punt van ebbe,
vond ik mijn eigen vrije wees.




2 opmerkingen:

  1. Ik lees een verlangen naar liefde. Moet eerlijk zeggen dat laatste regels mij weer op een dwaalspoor brengen...Het lijkt ook oorlog..De innerlijke oorlog?

    Amanda

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dank voor je reactie Amanda :) Ja er is altijd dat verlangen.. en ook oorlog ergens op deze bol zolang ik al leef :( Een innerlijke oorlog is nu niet actueel.. gelukkig.

    hartelijks en tot books

    BeantwoordenVerwijderen