maandag 28 juli 2008

~

Hooi op mestvork,
mijn hele godvergeten ik
in de ruif van een nachthengst.

Genadeloos vloeien
stille tranen binnen langs,
o vrijheid kóm, o blijheid blijf.

Eén voor één ruk ik
de droge stelen uit de voerbak.
Terug! Geef terug!

De nachthengst
transformeert tot aaibaar dier,
schurkt me met fluwelen flanken.

Opgetild galoppeer ik
langs pijnboombos naar zee,
naar zee.

Bloedpijn wordt vloedlijn, eb weg
lustverziekende benauwenis,
eb weg.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten